zondag 17 augustus 2008

Baru...

En toen was er… Baru. Al een aantal dagen hoorden wij ge-miauw in de tuin van de buren. Het bleek een kitten te zijn die over een muur was gevallen en met geen mogelijkheid meer terug kon komen. Helaas wilde de kleine spruit ook niet gevangen worden en hebben we het na twee dagen opgegeven. Die avond hoorden we in de tuin van de overburen nog meer ge-miauw en ben ik op speurtocht gegaan, samen met Udin. Ergens onder een struikje zat een hoopje poes, bang en vies. We hebben hem kunnen vangen en mee genomen naar huis. En toen was er dus: Baru (Nieuw, in het Bahasa Indonesisch). Een maximaal 5 weken oude kitten, vol met vlooien en ontstoken ogen. Nu, twee weken later rent hij vrolijk rond, vlooi-loos en al 200 gram zwaarder. Beavis moet er niets van hebben, maar negeert hem netjes.


Inmiddels zijn Sophie, Kevin en de kids geweest en maken we ons op voor de komst van mijn ouders volgende week. Het was erg gezellig en hebben veel avonden doorgebracht op de veranda, genietend van gin-tonic en verhaaltjes voor het slapen gaan. Opeens ben ik tante en heb ik vol overgave dikkie dik voorgelezen en liedjes gezongen. We hadden een zwembadje gekocht en ik denk dat ik er meer in gezeten heb dan Milan.Vandaag nog.. ;) Oom Joost was ook erg blij met de komst van Milan, zodoende kon hij ongegeneerd rondjes rijden op de brommer.

We hebben tijdens hun bezoek ook een auto gekocht en zodoende waren we in staat om makkelijk naar waterparken, (Waar Sophie en ik niet in bikini maar in gepast tenue verschenen, wat bestaat uit een t-shirt en broek) en toeristische attracties te gaan. Gelukkig voldeed ook deze auto aan de Indonesische kwaliteitseisen en stonden we tijdens de eerste rit met een rokende motor aan de kant van de weg. Misschien handig als we volgende keer nakijken of de radiator ook echt werkt?? Inmiddels rijdt onze Suzuki Sidekick (!) als een zonnetje en kunnen we lekker ouderwets bandjes draaien in de auto.

Vandaag is het Bevrijdingsdag hier en de hele buurt is in rep en roer. Twee weken geleden zijn de voorbereidingen begonnen en zijn de straten opgepimpt met Indonesische vlaggen en heeft alles een likje verf gekregen. In onze tuin wappert heel trots een grote rood-witte vlag die er zonder overleg opeens stond. Ik vind het allemaal best. Kleurt mooi bij het hek. Morgen is ook nog een vrije dag omdat men natuurlijk even moet bijkomen van al het gefeest. Daardoor hebben wij de tijd om eens lekker in de tuin te werken. Vandaag al het een en ander verwijdert en aangeplant. Udin weet niet wat hij ziet als hij weer thuiskomt na drie dagen vrij geweest te zijn. Eindelijk heb ik mijn lang gewilde citrusbomen en Joost nog meer bloemetjes. Verschil moet er zijn, toch?

zondag 3 augustus 2008

Zuster in Surabaya

Afgelopen dinsdag moest Joost naar Surabaya om vogeltjes te vangen. Ik ben meegegaan, omdat ik wel eens wilde zien hoe zwaar het leven in het veld is. We moesten in Wonorojo zijn, een Desa buiten de stad. Wat een verschil met Bogor, waar het ene na het andere super de luxe winkel centrum uit de grond wordt gestampt en waar het heel normaal is om een gelijk aantal kindermeisjes te hebben als kinderen. Laatst vroeg een Indonesische vrouw aan me, hoe je dat dan doet in Nederland als vrouw. Een baan hebben en kinderen. Moet je dan voor je eigen kinderen zorgen?? Ja mevrouw.. wij doen dat in Nederland!

Goed…de Desa. We sliepen, als echte "doorgewinterde veldwerkers" bij een mevrouw in huis, die nog een kamer over had ;-). De jongens van het veld waren nog bezig met de vang-netten opzetten, zodat wij even konden genieten van de rust in het dorp. Al snel kwam het team terug en werd er besproken welke en hoeveel vogels er de afgelopen dagen gevangen waren. Het bleken er niet zoveel te zijn, mede door de stevige wind die in de avond en nacht aanwezig was. We hadden onze tent meegenomen, maar er werd ons verteld dat het niet mogelijk was om deze in het veld op te zetten, dus hebben we ons gezellig tussen de andere 8 aanwezige mensen op de grond neergelegd. De Ibu van het huis kon koken als de beste en ik heb me de afgelopen week tegoed gedaan aan alles wat ruraal Indonesië te beiden heeft. Joost en ik hebben vaak aan elkaar gevraagd: wat is dit, wat we eten?? Het smaakt in ieder geval heerlijk. Ook heb ik inmiddels mijn vuurdoop gehad wat zittoiletten betreft. Deze was aanwezig achter een klein gordijntje in de keuken en de laatste dag zat ik gezellig met Ibu te praten over het eten terwijl ik gehurkt mijn ding zat te doen. Wat wordt het Bu?, vis of vlees?? J

Er zijn niet al te veel vogels gevangen gedurende ons drie-daagse verblijf, maar genoeg voor mij om te zien dat het best leuk werk is wat Joost doet. Netten opzetten, wachten tot er vogels invliegen (wat soms uren kan duren) vogels naar het huis brengen en de monsters afnemen, wegen en meten. Vervolgens de vogels weer vrijlaten, desinfecteren en dan maar weer een bakkie doen of een uurtje slaap inhalen. Indonesiërs hebben namelijk de rare gewoonte om de TV om 4 uur in de morgen aan te zetten. Ik heb mijn dag-nacht ritme ouderwets in de war gegooid, omdat de vogels nou eenmaal gaan vliegen van 5 tot 10 in de morgen en van 6 tot 3 uur ’s nachts. Op dag twee mocht ik meehelpen met de metingen opschrijven en had de smaak al snel te pakken. Dezelfde dag kon ik al assisteren met bloed afnemen en de kweekstokjes afknippen. Ik was al snel gepromoveerd. Heerlijk om weer iets te doen waar je iets van af weet. Bloed afnemen bij een 55 gram wegende steltloper is toch wat anders dan bij mondige Amsterdammers. Joost leert het team om steriel te werken en dat er iemand is die “schoon” is en de dingen aangeeft en iemand is die “vies” is en de vogels vasthoudt en de monsters afneemt. Je ziet gerust de dokter die net de vogel heeft beetgehouden ff naar zijn telefoon lopen en een sms’je beantwoorden. Vervolgens gaat ie nog ff naar de wc en komt dan terug met dezelfde handschoenen nog aan. Ik heb vaak op mijn tong moeten bijten, want wie ben ik om er iets van te zeggen. (Ik was zelf ook nooit zo goed in steriel werken namelijk) Maar na drie dagen zat het steriele werken er aardig goed in en was iedereen vlijtig bezig met alcohol. Als klap op de vuurpijl mocht ik de laatste dag het veldteam vaccineren tegen rabiës. Het was erg lang geleden dat ik naald en spuit in handen had gehad, maar heerlijk om weer iets te doen, waar je goed in bent. Weliswaar met trillende handen, maar toch..

Er wonen in Wonorojo ook kinderen, heel veel kinderen.. Op de eerste avond liep een groepje meiden heen en weer langs de veranda waar wij zaten. Waarschijnlijk te verlegen om iets te zeggen, maar ze wilden stiekem wel. Na een uur ben ik op ze afgestapt en heb in mijn beste Indonesisch gepraat over ditjes en datjes. Vanaf dat moment was ik “Kakak” Carola. (kakak betekent grote zus) en Joost was Oom. We moesten meedoen met lucifer-rechtleg wedstrijden en het hemd werd van mijn lijf gevraagd. Ik had een boek bij me over Indonesië en tot grote hilariteit van de meiden zat daar een plaatje in van naakte mannen uit Kalimantan. Het hele dorp werd erbij gehaald en iedereen die het wilde zien werd naar pagina 146 geleid om vervolgens in gegiechel uit te barsten.

Na drie dagen en 30 vogels, moesten we weer naar huis. Het was echt leuk! Joost moet in November naar Vietnam voor hetzelfde werk en ik denk dat ik me maar ga aanbieden als kweekstokjes-afknipper en bloedafname assistent. Misschien dat het me dan na een paar weken ook lukt om bloed af te nemen bij een zwart-wit gestipte, 55 gram wegende, rare vogel.