donderdag 3 november 2011

Orangutannetjes!


Hm, ben ik bezig met nieuw stukje, blijkt er nog een klaar te liggen - komtie:


Nou had ik al heel lang gewacht met het vertellen dat het er allemaal goed uitziet kwa toekomstperspectief (terwijl ik daar toch al een maand of 9 mee bezig was), maar toch blijkt weer: nooit de huid verkopen voordat de beer geschoten is - loze beloftes heeft niemand wat aan... Er is nog steeds geen definitief nieuws te vertellen, wat ondertussen toch wel een beetje frustrerend begint te worden – aangezien het nu toch wel dicht bij het einde van het “jaartje eventueel geen geld verdienen” komt, en ik niet echt naar salarisbetalende alternatieven heb gezocht..... 
Anyway, het weerhoudt me niet van steeds weer terug te gaan naar mijn oranje vrienden – omdat het gewoon ZO leuk is..

Boven Kalimantan moesten we met het vliegtuig door een hele dikke rookwolk, veroorzaakt door de bosbranden die zichtbaar werden toen we al redelijk dicht boven de grond zaten – het was nog steeds erg droog, wat het allemaal alleen maar makkelijker maakt voor de mijn en palmolie industrieen... eikels .. :-(


Een van de slachtoffers van die branden was een klein Ou’tje, die binnen werd gebracht  en onder de brandwonden zat. Die meneer had wel een beetje raar verhaal: een kennis van een kennis had m gevonden tijdens de brand, terwijl z’n moeder dood was, en toen kwam hij met het brljante plan om hem meteen naar ons te brengen.. Maar de brandwonden leken iig een paar dagen oud, dus we hebben het vermoeden dat de meneer hem zelf heeft willen houden, maar toen bleek dat hij bijna doodging, heeft hij hem alsnog naar ons gebracht.. Maargoed, nu konden we hem tenminste nog redden. Heel veel TLC, verbandjes, zalfjes, infusen, en vette pijnstilling later, lijkt het allemaal wel goed te gaan, gelukkig. Het was echt hartbrekend om zo’n klein zielig aappie te zien lijden... Maar, grappig detail: we hebben hem Bernie genoemd – maar dan wel uitgesproken op z’n engels: “burny” – ach, hij merkt daar niets van :-)

Normaal ben ik, voornamelijk dankzij mijn ervaring met de onvertrouwbare en linke gibbons in Thailand, altijd heel voorzichtig in de buurt van de kooien, houd altijd afstand – terwijl die OU’s, behalve de grote mannen, toch eigenlijk nooit iets doen.. 
Ik was met collega/engelse d’arts R. even naar een OU aan het kijken die ik de vorige keer op een behandeling had gezet voor een schimmel infectie in zijn neus/lip – en het ging allemaal goed. Terwijl ik aandachtig stond te kijken, bleek buurman Bobby een redelijk groot gat in zijn kooi te hebben, waardoor hij mij opeens bij mijn shirt/arm pakte, en probeerde naar binnen te sleuren.. Sterk! En niet loslaten, he.. Paar dagen later had ik nog blauwe plekken in de vorm van OU vingers op mijn bovenarm..  
Meestal kan je dit makkelijk oplossen door af te leiden, wat R. dus ook deed met voer, maar zonder resultaat – toen ik echt heel dicht tegen de kooi aangetrokken was, vroeg ze dus: zal ik er maar een paar teknisi bij roepen? Nou, goed idee, zou ik zeggen... Terwijl zij wegrende, probeerde Bobby mij door dat gat te bijten, dus ik stomp hem op z’n neus – en toen was hij ECHT pissed off... Gelukkig kwamen toen de teknisi om met behulp van stokken hem van me af te slaan (waar ze later hun excuses voor aanboden, de lieverds..). Bij terugkomst in de kliniek, zei collega M. : “maar Bobby is zo’n schatje, ik kan alles met hem doen.. wat zielig voor hem...”  grrrr :-)

Door die hele ervaring was ik dus nog voorzichtiger geworden voor kooien achter me - en we hebben VEEL kooien... Doet soms helaas een beetje aan als een gevangenis, en dat is heel triest om te zien, als ze je indringend aankijken, en hun arm tussen de tralies uitsteken.. Kan er tranen in mijn ogen van krijgen als ik er teveel over nadenk..  En net als in overbevolkte gevangenissen waar teveel mannen in een kooi zitten, is er vaak eentje de sjaak, en moet dan altijd “het zeepje oprapen” voor de dominante man in de kooi – stelletje gefrustreerde gasten zijn het soms hoor (zal niet in detail treden hier..).

Maargoed.... ik moest op gegeven moment een OU verdoven, en aangezien we alleen maar de lange blaaspijp hadden,  en niet met mijn rug dicht bij de kooien achter me wilde staan, moest de blaaspijp een flink stuk de kooi in. Da’s niet handig, want zo’n OU man is blijkbaar in minder dan een seconde bij je, en heeft die blaaspijp te pakken... En toen wassie stuk. Jammer, zijn dure dingen.. Binnenkort maar eens een inzamelingsactie beginnen...


Ik draaide ook mijn eerste nachtdienst – tot nu toe is mij dat bespaard gebleven, uit soort van beleefdheid ofzo, aangezien ik als ‘senior’ wordt beschouwd. Maarja, orangutandoktertje spelen betekent ook ‘snachts je bed uit, als je niet helemaal meedoet is het ook zo flauw tenopzichte van die andere dierenartsen. 
Ik werd in het begin ook altijd met ‘pak’ (meneer) aangesproken, maar dat ligt mij niet zo. Ik ben dus ook heel blij dat steeds meer babysi(s)ters en teknisi (dierverzorgers) mij gewoon ‘mas' (broer) Joost noemen - mooi.


Anyway - het begon tijdens de nachtdienst meteen al goed: een OU was ontsnapt uit een van de kooien in NM2, een paar km verderop. Hij was ondertussen al weer gevangen door de avonddienst, maar ik moest even kijken of hij al wakker was/wakker maken. Dus ik op het brommertje in het donker over het zandpad al slangenontwijkend daarnaartoe (ja, dat is mooi...). Bizar wat een kracht die OUs hebben: dikke stalen tralies gewoon omgebogen – ok, ze waren wel een beetje verroest, maartoch, ik doe het ze niet na. Hij sliep nog, dus wakker gespoten, en toen ik later kwam kijken was hij gewoon wakker – al zag ik toen met mijn zaklamp dat ook in zijn nieuwe kooi er wat verroeste tralies zaten.. Maar dat was de volgende dag gefikst.

De enige patienten die ik had was ons zielige brandwonden kindje, en een 7jarige (maar nog goed hanteerbare) OU die een beetje onverklaarbaar ziek was. Of in ieder geval deed: man, wat kon die goed ziek doen – een echte dramaqueen. Ik dus om de 2 uur even kijken, temperatuur opnemen, beetje drinken geven, kijken offie had gepoept zodat ik dat kon onderzoeken, dat soort dingen. En ik maakte me ook best een beetje druk of het wel allemaal goed ging. Om 6u nog even wezen kijken, maar nog steeds geen poep, al leek hij iets beter te voelen: zo zat hij lekker aan het hangslot te rommelen toen ik wegging. Ik schreef dus ook op het nachtrapport “hij denkt het slot open te kunnen krijgen, nou: succes! :-)” . Kwart voor 7 kwam S. binnen met de vraag waarom ik het raam van het huisje waar hij in zat had open gedaan.... DAMN! Haddie gewoon de andere deur met bruut geweld opengebroken, en was door het raam ontsnapt... Een orangutan kwijtraken tijdens je nachtdienst krijg je in het algemeen geen pluspunten voor... Maargoed, later die avond zag ik iets in het donker achter de keuken door de bosjes lopen, dus er bovenop gesprongen, en mee terug naar z’n kooi genomen.


De lokale konservasi afdeling van het ministry of forestry had een Casuary in hun soort van dierentuintje staan, en aangezien er een boom was gevallen, moest die naar een ander verblijf worden overgeplaatst. Nou staan deze struisvogelachtige vogels bekend om hun trapvermogen waardoor ze iemand kunnen openreten met hun grote teen nagels, dus kwamen ze even langs voor help. Ik was even bij de OUs in NM2, maar mijn collega's vertelden de meneer dat ik, met mijn vogel ervaring dat wel kon oplossen. Dus even later met collega M. (ja, die van die grap over Bobby - goeie vent) er naartoe. M. kan goed met de blaaspijp overweg, dus ik aangeven hoeveel, en waar schieten om te verdoven. Is redelijk lastig bij die jongens, aangezien er altijd veren in de weg zitten, dus verder dan een beetje verdoofd kwamen we niet. Dus ging ik met op oude vertrouwde Blijdorp wijze met een bord/kooideur die kooi in om hem naar de transport kooi te gidsen.. Maakt me echt blij dit soort werk..



De Lori was ondertussen weer helemaal opgeknapt en vrij gelaten, poezzie had een nieuw huis gevonden, en makaakje Feli haar beentje was mooi geheeld. Nou ja, de huid was weer dicht. Vanaf de knie naar beneden had ze geen gevoel, en hing het er allemaal een beetje slap bij, waardoor er weer allemaal nieuwe wonden waren ontstaan, die ze vakkundig had verergerd door eraan te bijten. Amputatie is wat mij betreft op zo’n moment het beste: zo’n aappie kan best op drie poten verder – maar er was enige terughoudendheid om dat ook echt te doen in de tijd voordat ik er was. Na overleg met het team had ik iedereen overtuigd dat dit het beste was, en was een van de dierenartsen (wederom M.) bereid om het onder mijn begeleiding te doen. Result! 



We hebben een redelijke kliniek, maar niet echt voorbereid op dit soort zaken, al was er wel een klein botzaagje te vinden, dus moest het goed komen. Totdat halverwege de operatie de stroom uitviel, en we dus bij zaklamplicht de operatie hebben voltooid...  Mooi werk

vlak na de operatie alweer melk drinken - het is zo'n schatje..

Geen opmerkingen: