maandag 8 september 2008

Kalimantan, Borneo pt 1

Banjarmasin in het zuiden was de plek van aankomst, en tevens de plaats waar het veterinair staatslab staat, en waar ik weer een hele dag mocht pipetteren (jeeej!). Het nadeel van stadsbezoeken is dat je zo weinig meekrijgt van het eiland waar je bent – zeker als je de hele dag in het lab zit
*btw: als je op een slecht zittende stoel voor een flowkast zit zonder beenruimte in een niet-geairconditioneerd lab dan klinkt zelfs de 17e verdieping op de Erasmus aantrekkelijker dan naar Kalimantan gaan..*

Ik zit nu in de auto naar Amuntai, en dat geeft gelegeheid tot denken:
een van de dingen die meteen opvalt in Banjarmasin is de honderden meters lange rijen voor de benzinepompen. Nou blijkt dat de vrachtwagens van de koolindustrie alle voor hun gereserveerde diesel opgebruiken.
hier komt het rondjesdenken als je lang in een auto zit, en het komt een beetje hierop neer: die koolbedrijven doen vaak ook in olie. Olie was handiger/beter dan kool, dus gingen we oa diesel gebruiken. Dat doen we zo goed met zn allen, dat de diesel op raakt. Dan gaan we maar weer kool ophalen (er zijn op dit eiland nog genoeg stukken oerwoud die nog niet helemaal omgeploegd zijn) – maar daar hebben we weer diesel voor nodig, waardoor de diesel nog sneller opgaat. Hmm. Dan maar biodiesel gebruiken - en dat is “ook nog goed voor het milieu”, maarja, daar moet je dan weer een biodiesel plantage voor bouwen op de plek van dat oerwoud, wat je eigenlijk wilde uitgraven om kool te halen.... Nog best een lastige beslissingsboom voor die jongens in de diesel industrie.... het mooie is dan wel weer dat diesel hier "solar" heet, en je dus eigenlijk kool met 'solarpower' uit de mijn haalt...*

(trouwens:het feit deat ik hier, als treehugging hippie, over nadenk vanuit een auto die me honderden kilometers verderop brengt is niet een discussiepunt in de comments..)

Maargoed, waar was ik:
Die koolvrachtauto’s mogen niet naar een gewone pomp gaan, maar er zijn genoeg Indo’s die snel doorhebben als er ergens geld valt te verdienen door relatief weinig te doen. Dus gaat iedereen diesel tanken, dat zo snel mogelijk weer uit de tank pompen, om die in een van de honderden stalletjes langs de weg te verkopen, en de auto weer terug te sturen naar de pomp.... Er zijn dagen dat je meer dan 24 uur moet wachten voor de pomp, maar die mensen staan in de rij als hun werk – en dat kunnen ze goed.
Als je gewoon ergens naartoe wil gaan, en niet eerst uren wil wachten, dan staat er om de 10 meter wel een vriendelijke meneer met brandende sigaret in de mond en trechter in de hand die graag een aantal liter diesel voor je uit z’n vat schept...

Geen opmerkingen: